Tekst:
Paul Gellings - foto's: Jos Wiersema - 17
augustus
2009
Plan Zuid is wel eens vergeleken
met een labyrint: gangen die leiden naar deuren die weer
leiden naar andere gangen, met hun eigen deuren en ga zo
maar verder. Dat geldt zowel voor het binnenste van de
woonblokken, die geheimzinnige wereld achter soms eindeloze
straatwanden, als voor de buurt zelf, die je zou kunnen
indelen in een aantal burchten of, zo men wil, vestingen.
Dat gegeven is geen beeldspraak van ondergetekende maar
berust op een duidelijke architectonische keuze. Het is
niet toevallig dat je op veel plaatsen in het plan van
Berlage kleinere en grotere poortachtige entrees hebt,
meestal symmetrisch en vaak ook geflankeerd door hoektorens.
Deze aanblik, met de suggestie van diepte en doolhoven
erachter, verklaart ook het grootsteedse allure van dit deel
van Amsterdam en is een belangrijke kern in de samenhang van
het monumentale kunstwerk dat men van de buurt heeft
gemaakt.
Samen met Jos bezocht ik op maandag 17 augustus 2009 de
meest representatieve (en fotogenieke) poorten, door
eerstgenoemde in de reportage op deze pagina vastgelegd en
ondergebracht. Afgelopen mei had het poortje Stadionweg/
Hygieatraat mij al op het idee gebracht voor het volgende
gedicht:
GEDICHT
ZWARTE GATEN
Poorten van Zuid naar pleinen en straten
zolang je ervoor staat kun je nog denken:
daarachter ligt niet alleen een andere wereld
maar ook een andere tijd
dagen die ruiken naar water
en zand, zonder verkeer
zonder bomen, je schaduw
vluchtig en vaag: een hoed
een paar schouders, twee benen
die als stelten verdwijnen
in het nieuwe trottoir
of nachten met gebonk op de deur
laarzen op trappen, lampen waarmee
ze je van je matras komen plukken
spooklicht over het behang
over het vierkant waar net nog
dat aquarelletje hing
zolang je ervoor staat treed je dus
binnen in je eigen gedachten
maar zodra je eronderdoor loopt
glijden die oude nachten en dagen
weg in het zwarte gat van het nu
FOTO'S
|