Vooruitstrevende stedenbouw uit het verleden voorbeeld voor de rest van Europa . . . .

Terug naar de vorige pagina <<

 

 

Vooruitstrevende stedenbouw uit het verleden voorbeeld voor de rest van Europa
Bron: www.telegraaf.nl d.d. 28 juli 2005

PLAN ZUID
Eén van de beste voorbeelden van vooruitstrevende nieuwbouw stamt uit het begin van de 20e eeuw: het zogeheten ’Plan Zuid’ in Amsterdam. Het was voor het eerst dat een stedenbouwkundig plan werd gemaakt met geld van de overheid, dankzij de woningwet van 1901. Aan de zuidas van de hoofdstad moesten ruim tienduizend woningen verrijzen voor de lagere en middenklasse. Berlage wordt de hoofdarchitect en samen met een groep anderen ontwerpt hij een geheel nieuwe woonwijk.
„Daarin wordt veel aandacht besteed aan de individualiteit van de woningen, zodat de straten allemaal een ander uiterlijk krijgen; maar dan wel allemaal binnen de zo bekende stijl van de Amsterdamse School. Zo worden er ook bruggen en standbeelden ontworpen. Ja, zelfs de huisnummers zijn door Berlage onder handen genomen. Bovendien wordt er voor het eerst een duidelijke scheiding gemaakt tussen de private en de publieke ruimte. Daarom zijn er veel binnenhoven en veel doorkijkjes waar de bewoners van een woonblok samen kunnen komen. Maar aan de achterkant zijn er ook de eigen privé-tuintjes om je te kunnen terugtrekken.”
„Het idee achter deze bouwmethode was dat betere woningbouw mensen beter en gezonder zou maken. Een bijna communistische gedachte natuurlijk, maar de zogeheten ’arbeiderspaleizen’ van Amsterdam Zuid gelden nu nog steeds als een van de mooiste woonwijken van het land.”


Presentatietekening van een inkijk in een straat bij het Olympisch Stadion in Amsterdam-Zuid
TEKENING: GRATAMA ARCHITECTEN

ALMERE
Natuurlijk kan de jongste stad van Nederland niet ontbreken in het rijtje vooruitstrevende nieuwbouw. Mooi of lelijk, feit blijft dat Almere in de jaren zeventig is opgebouwd vanuit een woonideaal.
„Het was een directe reactie op de hoogbouw van de jaren zestig. Het schrikbeeld van die rechtlijnige infrastructuur en massale betonnen woonblokken zorgde ervoor dat de nieuwe suburbane stad in het begin enkel laagbouw kende. Daarbij werd er wel naar gestreefd op hetzelfde aantal vierkante meters dezelfde woondichtheid als met hoogbouw te realiseren. Dat vroeg om ingenieuze architectuur en verschillende in elkaar passende woningplattegronden. Ander vooruitstrevend punt was de keuzevrijheid van de bewoners. Er was niet alleen meer keuze uit verschillende grootte en soorten woningen, ook werd er voor het eerst rekening gehouden met individuele woonwensen. De opkomst van de grote bouwmarkten heeft hier onder andere invloed op gehad. Mensen namen niet meer genoegen met standaard ingebouwde keukens en badkamers, maar kregen een eigen smaak.” Overigens zie je bij Almere wel weer heel sterk het woonhovenidee van Berlage terug. Dit sociale principe uitte zich in de voor ons welbekende, maar internationaal unieke woonerven en trapveldjes voor de kinderen.

PENDRECHT
De Rotterdamse wijk Pendrecht werd uit de grond gestampt vlak na de Tweede Wereldoorlog. Er heerst woningnood in de havenstad en het toekomstidee dat de bevolking explosief zou gaan stijgen maakte dat hoogbouw erg belangrijk werd.
„Er moesten dus op grote schaal veel woningen worden gebouwd en dit vereiste een nieuwe bouwtechniek. Maar de architecten vonden het ook erg belangrijk dat de bewoners niet vervreemden van elkaar. Pendrecht werd dan ook schematisch opgebouwd vanuit een sociale gedachte, zodat er tussen de massale woonblokken ook nog veel ruimte is overgebleven voor groen en natuur. Overal werden berekeningen voor gemaakt: hoever is het lopen naar de winkel, naar de kerk en naar school?”
„Vooruitstrevend was ook de grootte van de woningen. Een arbeidersgezin had nu voor het eerst drie slaapkamers en een aparte woonkamer. Ook was het mogelijk zelf de indeling van de keuken te bepalen. Een vertegenwoordiger van bijvoorbeeld Bruynzeel kwam bij de mensen thuis en demonstreerde aan de hand van poppenhuiskastjes de mogelijkheden. Dit was ook meteen de beperking, want veel andere keuzemogelijkheden waren er niet. Kenmerkend voor de jaren ’50 en ’60 is dan ook dat de bewoners nog als één groep worden gezien. De flats hadden dan ook allemaal gelijke woningindelingen en alles moest zo handig en praktisch mogelijk worden ingericht

 

 

Terug naar de vorige pagina <<