Column erJeetje

Terug naar de vorige pagina <<


index columns

IL RIONE DEI FIUMI
Door
erJeetje

De oude Romeinen hadden de gewoonte om eens in de vijf jaren een volkstelling te houden. Een werkje in die tijd dat je niet mag onderschatten en ze sloten de goede afloop van zo’n actie daarom af met een plechtig reinigings- en zoenoffer aan Mars. Dat laatste noemden ze een lustrum.
Die uitdrukking is bewaard gebleven. Een vijfjarig bestaan van een vereniging of wat dan ook noemen we nog steeds een lustrum en dat mag gevierd worden, als het even kan met feestelijkheden.
Zuidelijke Wandelweg viert op 28 november z’n eerste lustrum. Ik moet bekennen dat ik dacht dat ze al vanaf het eerste prille begin van internet talloze bewoners en oudbewoners van de Rivierenbuurt met hun werk plezieren maar ze zijn echt pas vijf jaar bezig. In die betrekkelijk korte tijd heeft de website worldwide een plaatsje veroverd in de harten van talloze bezoekers en wat mij betreft mogen die allemaal de vlag uitsteken om de waardering voor de makers uit te drukken.
Maak je er nog een columnpje over vroeg Jos Wiersema me en ik schreef hem terug dat ik wel wat ideetjes had. Ik was alleen al bezig met een column over een film die ik had gezien en misschien kon ik dat verhaal wel combineren met het lustrum. Zoiets is onder ons gezegd en gezwegen gemakkelijker gezegd dan gedaan maar beloofd is beloofd.
Even, over die film bedoel ik. Cinema Paradiso, geen jonkie, hij werd uitgebracht in 1989, is van Italiaanse makelij en gaat over een beroemd filmregisseur die terugkeert naar z’n geboortedorp op Sicilië voor de begrafenis van een oude vriend. Deze, filmoperateur van de plaatselijke bioscoop Cinema Paradiso, heeft de vaderloze jongen een gelukkige jeugd bezorgd en bracht hem de liefde voor de film bij.
Wat dat met Zuidelijke Wandelweg te maken heeft? Wacht nou even, straks wordt het vanzelf duidelijk.
Cinema Paradiso is een prachtige film die meermalen bekroond is en niet ten onrechte. Wij kochten hem onlangs op DVD en zagen ‘m in onze huisbioscoop in de lange versie van bijna drie uur. Meegesleept door het verhaal en de wijze waarop de regisseur het had verfilmd was het een avond genieten.
In het verhaal komen allerlei herinneringen uit z’n jeugd terug bij de hoofdpersoon en in een lange flashback zie je hem als het jongetje van vroeger. Maar de tijd heeft niet stilgestaan, het verschil tussen de beelden bij zijn terugkomst en die uit zijn jeugd lijkt te groot. Hij is het dorp ontgroeid tot hij de dochter van zijn jeugdliefde tegenkomt en het verleden toeslaat. Dat confronterende met vroeger, met je jeugd, is als verschijnsel niet nieuw als mensen terugkeren op de plaatsen waar ze als kind gewoond hebben.
Terug naar Zuidelijke Wandelweg. Daar tref je ook zoiets aan als in de film die ik hiervoor beschreef. Enerzijds is er confrontatie met de oorlog en de moord op je joodse buren, anderzijds het weerzien met de buurt uit je jeugd en mensen die je gekend hebt. Zelf heb ik dat soms als ik gewoon alleen maar door de Rivierenbuurt wandel, of rijd.
Van de week was dat bijvoorbeeld het geval. Ik had m’n echtgenote afgezet in de stad en besloot in een opwelling om terug naar Amstelveen te rijden via de Ceintuurbaan en de Scheldestraat.
Eigenlijk zou ik nu wat najaarsbeelden moeten laten zien. Die waren namelijk in ruime mate aanwezig met afwisselend een waterig ochtendzonnetje en dan weer wat regenspetters. Goudgekleurde blaadjes aan de bomen in het Sarphatipark riepen onweerstaanbaar nostalgische beelden aan vroeger bij me op. Wist je overigens dat dat prachtige park ooit werd aangelegd op initiatief van de joodse arts Samuel Sarphati? Wat ik niet wist, ik las het in Wikipedia, was dat het park tijdens de tweede wereldoorlog door de bezetter was omgedoopt tot Bollandpark en dat het standbeeld van Sarphati was verwijderd. Eind mei 1945 werd deze maatregel weer teruggedraaid.
Voor wie de Ceintuurbaan vroeger heeft gekend is het wel even slikken als je tegenwoordig het gedeelte na het park tot zeg maar de Hobbemakade passeert. Verdwenen zijn de grote restaurants, verdwenen is de sportartikelenzaak van Leo van der Kar, vertrokken andere aansprekende winkels. Ik was met een slakkengangetje langs het park gereden, het miezerige weer en de hopen afgevallen bladeren werkten er niet echt aan mee om iets van de sfeer van vroeger bij me op te roepen. Op dat moment passeerde ik gelukkig de Rialto. Wonder boven wonder heeft deze bioscoop zich met de vertoning van bijzondere films weten te handhaven. Ik heb er heel wat gezien waaronder de Third Man met Orson Welles, Joseph Cotten en nog andere grootheden hoewel gelijk de twijfel toesloeg of de laatste film, hij kwam uit in ’49 of ’50, daar wel draaide. Het verhaal speelde in het naoorlogse Wenen, dat was opgedeeld in vier zones en bezet door de westelijke geallieerden en de Sovjet Unie, en ging over de zwarte handel in penicilline. De sfeer waarin alles zich afspeelde was er een van dreiging, ondermeer doordat de samenwerking die er aanvankelijk was tussen enerzijds Amerikanen, Engelsen en Fransen en aan de andere kant de Russen vrijwel volledig was vastgelopen. Mede daardoor markeerde de film het einde van een periode waarin het even leek of de wereld in staat was om zonder gewapende conflicten verder te gaan. In m’n herinnering werd de oorlog 40-45 toen in een klap naar de achtergrond gedrongen en vervangen door de dreiging van het ijzeren gordijn en de kans op een derde wereldoorlog. En we kregen er het Harry Lyme theme met Anton Karas bij als goedmakertje.
Iets anders was de introductie van de montycoat, de camelkleurige houtje-touwtje jas die was genoemd naar de Engelse veldmaarschalk. Joseph Cotten droeg hem in die film en binnen no time werd het een absolute must voor iedereen die er bij wilde horen. Op een gegeven ogenblik deed het verhaal de ronde dat je ze bij Speier op het Waterlooplein bijna voor niks kon krijgen. Met een aantal vrienden ging ik daar dus op een zaterdagmiddag naar toe. Ik praat over de tijd waarin er nog geeneens gedacht werd over de Stopera en Speier zat in een van de vervallen panden rondom het toenmalige plein. De afloop zal je niet verrassen, je weet zelf wel hoe het met dergelijke geruchten gaat. Geen montycoats. Daarvoor moest je bij de zogenaamde dumpwinkels uit die tijd zijn die overtollige legerkleding verkochten. Nee, ik ben er nooit in geslaagd om een origineel exemplaar op de kop te tikken. Te duur voor me in die jaren. Heb een aantal jaren later een zwarte kloon gekocht bij P&C of C&A en zag afgelopen week dat het model nog steeds een bestseller is.
Die periode van vijf à tien jaar na de bevrijding was toch wel een bijzondere tijd om mee te maken realiseer ik me. Televisie bestond nog niet en bioscopen maakten een bloeiperiode mee. Twee waren er op de Ceintuurbaan, de net genoemde Rialto en het Ceintuurtheater, bij de insiders bekend als het stinkertje. Laatstgenoemde is al jaren geleden gesloten. Of het toeval er een rol in speelde weet ik niet maar er kwam daarna een badkamerartikelenwinkel te zitten. Om die luchtjes weg te wassen waarschijnlijk.
Die eerste jaren na de oorlog brachten ook de komst van de kleine stripboekjes met grootheden als Dick Bos, Spot Morton en Eric de Noorman. Als ik ze uit had verkocht ik ze vaak aan een marktkoopman op de Albert Cuypmarkt. Er stonden er trouwens twee zodat het altijd de moeite waard was om te kijken wie het meeste bood. Van de opbrengst schafte ik me dan het nieuwste exemplaar aan. Voor een bedrag van, ja van hoeveel? Een paar kwartjes, een gulden? Toch eens aan Max vragen, die weet het vast nog wel.
Maar de film, mijn persoonlijke film, draaide door en ik sloeg linksaf, de Ferdinand Bol in, reed langs Pax, de oude RAI, het kermisterrein, de wijk tussen de Pijp en Nieuw Zuid. Veel was verdwenen wat de herinneringen aan vroeger er niet gemakkelijker op maakte maar toen ik de woningblokken langs de Jozef Israelskade naderde en daarna tussen die twee imposante afgeknotte torens op de hoek van de Scheldestraat doorreed kreeg ik weer even een beetje het gevoel van vroeger. Dat ik nog een paar honderd meter te gaan had en dan thuis was.
“Treed binnen in het zuid van Berlage,” sprak ik mezelf plechtig toe. “Welkom in de Rivierenbuurt”. Mijn Rivierenbuurt beter gezegd want uit de herinneringen van iedereen die er gewoond heeft kan je wel tien verschillende Rivierenbuurten samenstellen. De wijk van de eerste bewoners, de bouw startte in 1923, was een heel andere dan mijn Rivierenbuurt die de periode tussen 1943 en 1950 besloeg. En die worstelde op zijn beurt met de gevolgen van het vertrek van het joodse deel van de bevolking dat er vooral tussen 1930 en 1942 kleur aan gaf. De Rivierenbuurt van Jos Wiersema en Paul Gellings was weer een andere en zo zijn er nog meer voorbeelden. De Rivierenbuurt van het katholieke volksdeel dat als ik de inzenders van de verhalen goed heb begrepen in de veertiger en vijftiger jaren maar nauwelijks contact had met anders- of nietgelovigen in de buurt. De Rivierenbuurt van de Amstellanen die een beetje neerkeken op de Vechtstraat.
Jos en Paul hebben door hun initiatief om een eigen website voor deze buurt te creëren al die oudbewoners de gelegenheid gegeven om hun verhaal te vertellen. Over hun Rivierenbuurt waardoor een prachtig stukje geschreven geschiedenis is ontstaan en nog steeds groeit. Het eerste lustrum van de site is dus vast niet het einde. Sterker nog, Zuidelijke Wandelweg gaat onvermoeid op weg naar het volgende.

Terwijl al die gedachten door m’n hoofd speelden reed ik door de Scheldestraat die zijn best deed om de buurtbewoners in een feestelijke stemming te brengen met over de straat gehangen feestverlichting. De winkelstraat van weleer is tegenwoordig een horecadomein hoewel er weinig van die activiteit te bespeuren was. Niets in de RAI waarschijnlijk concludeerde ik. Bij Venetië waren de ijzeren rolluiken naar beneden. Eigenlijk zou een espresso er best in gaan dacht ik een kort ogenblik maar ik realiseerde me gelijk de onmogelijkheid van die wens. De zaak was gesloten om pas van het voorjaar weer open te gaan. Zou de eigenaar nog steeds met z’n familie terug gaan naar Italië in de wintermaanden? Ik probeerde me z’n naam te herinneren maar staakte m’n pogingen omdat ik m’n aandacht nodig had voor het passeren van de rare verkeerssituatie die bij het Scheldeplein was ontstaan. Een gevolg van een bouwput die daar voor de Noord-Zuidlijn werd aangelegd of misschien al was aangelegd. Ik vroeg me af of ze al met die mol in de weer waren om de tunnel te graven. Over een jaar of vijf zou de eerste metrotrein moeten rijden maar kijk er niet van op als het later wordt. Toch thuis maar eens opzoeken noteerde ik in gedachten. Er zou vast wel een website van de gemeente bestaan.
Herinneringen aan m’n jeugd, ze lagen voor het opscheppen. Maar met een laatste blik richting Rooseveltlaan verliet ik de Rivierenbuurt en het verleden en reed de Europaboulevard op, naar huis. Er moest een column voor ZW worden gemaakt. Een film zou nog mooier zijn maar dat viel buiten m’n mogelijkheden.
Il Rione dei fiumi. Misschien iets voor het tweede lustrum.
21 november 2008
erJeetje

Naschrift:
1.Volgens het planningoverzicht van de Noord-Zuidlijn moet het boren van de tunnel in de laatste helft van 2008 beginnen.
2. Il rione dei fiumi. Ik begon deze column met de oude Romeinen, schakelde daarna over naar de Cinema Paradiso en eindig in stijl, ook in Italië. Il rione dei fiumi, de plaats van de rivieren. De Rivierenbuurt dus.

 

Terug naar de vorige pagina <<