Column erJeetje

Terug naar de vorige pagina <<


index columns

 

Eigenlijk zijn we er nooit weggegaan
Door
erJeetje


Al vanaf 1990 maken we ieder jaar een reis van een week of drie vier naar een verwegland zoals ik dat noem en net zoals alle vorige keren werd ik de dag na onze terugkomst overvallen door een aanval van vermoeidheid die meestal pas na een paar weken verdwijnt. Lichamelijke vermoeidheid door de jetlag en de inspanningen tijdens de reis, geestelijke vermoeidheid door alle gebeurtenissen tijdens de reis die nog door m’n hoofd spoken.
We zijn nu ruim een week terug uit Vietnam, ik heb de foto’s al een paar keer bekeken en een eerste selectie gemaakt maar de boekjes met aantekeningen liggen nog onaangeraakt op m’n bureau.
Als ik nu eens een eerste indeling zou maken dacht ik gisteravond maar de lust ontbrak me nog. Er moest eerst rust zijn in m’n hoofd, alles moest eerst een plaats hebben gevonden, pas daarna kon ik me aan het schrijven zetten. En omdat ik geen zin had om TV te kijken of een boek te lezen deed ik m’n PC aan. Kijken wat Zuidelijke Wandelweg te melden had.
Laatste deel van de kijk en luisterfeuilleton zag ik staan. Paul Gellings met het Amstelstation, het station waar wij augustus 1943 na een onderduikperiode van drie jaar weer in Amsterdam arriveerden. Paul schrijft niet alleen mooie boeken maar heeft ook een prachtige voorleesstem. Bijna vanzelf verliet ik daardoor Vietnam en het heden en terwijl hij verder vertelde was ik weer terug in de buurt waar ik opgroeide. Vraag me niet waarom maar ik was op weg naar school, de Meerhuizenschool. Het was een beetje mistig, lage nevel hing over het landje voorbij het Scheldeplein maar wat maakte het uit. Ik zou de route vanaf de Scheldestraat blindelings kunnen afleggen. Op de kinderhoofdjes van de middenweg glinsterden druppels, alsof het net geregend had. Wonderlijk genoeg was er niemand anders op straat. Ik liep in een verstilde wereld, een wereld waarin de tijd stil was blijven staan. Toch was ik kennelijk aan de late kant. Ik liep namelijk in de Geulstraat, op een drafje, langs de Dongeschool, de Grafische school en passeerde de ingang van de MTS en Stams boekhandel. Bij de Maasstraat verkeerde ik even in een tweestrijd hoe ik verder zou gaan. Langs de sportzaak van Klotz of rechtdoor?
Op dat moment stopte de film. Zat Klotz daar al in 1946? Ik kon natuurlijk proberen om daar via internet achter te komen maar iets of iemand zei dat ik daar geen tijd voor had. Je bent al laat werd me toegevoegd en ik liep rechtdoor, de Jekerstraat in en een eindje verder door het poortje naar de Noorder Amstellaan. Ik was bijna halverwege m’n school en een paar honderd meter verder stak ik de uitgestorven Waalstraat over. Aan de andere kant van de weg, in het middenplantsoen, wachtte de vrouwenfiguur op het Wilhelmina Drucker monument me al op, met gespreide armen, alsof ze me wilde opvangen maar ik moest verder. Meneer Bloksma hield niet van laatkomers en ik nam het stuk met die lage trapjes langs de huizen in looppas. Met een sprong de drie treetjes op, een tussenstap en dan in een stap er weer af aan de andere kant, naar het volgende portiek. Acht negen keer achter elkaar. Ik had het gevoel of ik vloog en zweefde bij de wolkenkrabber over de tramrails en daarna onder de galerij door, langs de kantoorboekhandel met die begeerlijke tekenspullen in de etalage. Graag had ik even willen kijken maar er was geen tijd, ik moest de Rijnstraat nog oversteken, de Amstellaan lag voor me en zonder overgang veranderde het beeld. Ik bevond me in m’n klas. Nederlandse taal stond op het rooster dat aan de binnenkant van de deur hing. Zinsontleding, het verschil tussen bijvoeglijke bepalingen en bijwoordelijke bepalingen. Vietnam was nog lichtjaren verwijderd.
Het pianospel aan het einde van het luisterfeuilleton liet de beelden van vroeger net zo abrupt verdwijnen als ze gekomen waren. Ik was weer terug in het heden maar het laatste zinnetje van Paul bleef nog lang hangen in mijn geheugen. “Eigenlijk ben ik er nooit weggegaan. Eigenlijk ben ik er nooit weggegaan, eigenlijk ben ik er nooit …”
Morgen toch maar eens beginnen met een hoofdstukindeling voor ‘Hallo Vietnam’ besloot ik terwijl ik m’n PC afsloot.
“Ik heb er zin in.”

erJeetje
18 januari 2009

 

 

Terug naar de vorige pagina <<