Ingezonden bijdrage van Karolien van Ommen

Terug naar de vorige pagina <<

 

index ingezonden

Pagina van Karolien van Ommen

DE MUUR IN DE ALBLASSTRAAT

Dwars door de straat waar ik woonde, liep een onzichtbare muur. Een muur die er voor zorgde dat de bewoners aan de ene kant van de straat volkomen gescheiden leefden van die aan de andere kant van de straat. Die straat was : de Alblasstraat.
Mijn ouders verhuisden na mijn geboorte naar de Rivierenbuurt, naar een vijfkamerwoning in de Alblasstraat.
Dit in 1935 klaargekomen huis, was eigendom van de Woning Stichting Patrimonium. In de huurovereenkomst, die mijn vader indertijd tekende lees ik: huurprijs ƒ27,80. Boven dit bedrag moet ƒ0,85 per maand worden betaald voor huur geiser en ƒ0,45 voor het reservefonds voor eventuele verliezen. Het reglement bestaat uit 23 artikelen, waaronder de verplichting het gehuurde rein en zuiver te houden. Een term die heel goed paste bij de, meest gereformeerde, huurders in die tijd.
De ene kant van de Alblasstraat bestond uit “Patrimonium” huizen en de andere kant uit huizen van de Woningbouwvereniging “Het Oosten”.
Daar tussen liep die grens, die niemand overschreed op één uitzondering na, de fietsenstalling. De stalling, waar wij onze fietsen stalden, was namelijk onder het roomse blok gebouwd. Mijnheer de Groot was daar de (katholieke) beheerder van. Een heel aardige man, wat nog al verwarrend was voor mij als kind.
Op zondag leek het even, als je niet beter wist, of we samen op weg gingen. Beide zijden der straat stroomden de Uiterwaardenstraat in, maar dan sloeg “Patrimonium” links af richting Waalkerk en liep “het Oosten” door naar de Thomas van Aquinokerk in de Rijnstraat.

Liep je de andere kant de straat uit, dan was daar een woeste leegte. En waar is het nu heerlijker opgroeien voor een kind dan aan de rand van alles.
We groeven er kuilen, bouwden er forten en stookten er vuurtjes waar we aardappelen op poften.
Deze onïngevulde vlakte noemden we “het Zandland”. Even verder was “het Moeras”. Daar achter lag de (zondagse) Zuidelijke Wandelweg, waarlangs water dat van de Boeren Wetering naar de Amstel liep. In mijn herinnering was het daar elke winter volop schaatspret. Ik voel nog de harde bobbels van het bevroren zandland onder mijn voeten als je terugliep van het ijs naar huis.
Zomers was de grote trekpleister het ”De Mirandabad”. Vooral het z.g. zonneveld was de plek waar we als teeners elkaar ontmoetten. Het dames- en herenzwemmen was toen nog gescheiden.
's Avonds was “Joko”, de ijssalon in de Rijnstraat zo’n ontmoetingsplek.

Laatst liep ik door mijn oude buurt. Geen onbebouwde plekken meer waar je als kind avonturen kon beleven. Alles zag er goed verzorgd uit, maar veel was nog het zelfde. Ik liep langs mijn school, de Buchenhagenschool, die nu Europa College heet. Er stonden prachtige platanen daar in de Uiterwaardenstraat. In de knik van de straat was nog steeds een stalling. Nico van deze stalling zat bij me in de klas. Het hoofd van de school was mijnheer Keilstra, een heel klein mannetje. Hij was loens, had een bochel en gezag!


De Bugenhagenschool - Uiterwaardenstraat periode 1944-1945

Meer namen schoten mij te binnen, Ina die bij de Lutherse kerk hoorde. Op de hoek van de Dintelstraat en de Uiterwaardestraat woonde de familie Dienske. Met Hannie was ik een tijd bevriend. Haar vader was de "illegale baas" van mijn moeder in de oorlog. Haar vader, Henk Dienske, kwam niet terug uit gevangenschap, mijn moeder wel.
Wie Rivierenbuurt zegt en de oorlog heeft meegemaakt, kan niet anders dan aan alle Joden denken die er indertijd woonden. Ik zag ze op een zondagmorgen uit hun huizen gehaald worden en in de trams gedreven. Op weg naar waar?
Wìj staken die Zuider-Amstellaan over, op weg naar de kerk.

Karolien van Ommen - 2 februari 2008
e-mail: ktvanommen(ad)xs4all.nl

(vervang (ad) door @)

TIP: Lees ook Ketters aan de overkant - verzuiling in de Rivierenbuurt >>

omhoog

Terug naar de vorige pagina <<