<< Terug naar de vorige pagina <<
 

Fragment uit het oorlogsdagboek Bungalowavonturen/Het Grote Onweer door P.W. van Rossum (1910-1982)

Dinsdag 25 augustus 1942

          Het gebeurde op de avond van deze dag dat we op een haartje na ontsnapten aan een groot gevaar. Het was aan een stom toeval te danken dat we ontkwamen aan een listig opgezet komplot om ons gezin er in te luizen bij het luisteren naar de verboden Engelse radiouitzendingen. Het was zo dat moeder en ik allebei die avond de deur uit waren en vader alleen thuis was.

Toen ik tegen tien uur weer thuis kwam viel het me op dat er twee mensen in de portiek naast de onze druk met elkaar aan het smoezen waren. Ik schonk er geen aandacht aan en ging onmiddellijk naar binnen. Boven gekomen vond ik vader in een nogal opgewonden toestand. Hij zag er ontdaan uit en had de deur gegrendeld met allebei de sloten wat me al dadelijk bevreemdde.
Hij viel onmiddellijk met de deur in huis: “Goddank dat je er bent... er is me hier vanavond wat moois gebeurd! We zijn bijna verraden door dat S.S.-wijf hier aan de achterkant... Laat ik het van het begin af aan vertellen”, zo begon hij. “Jullie waren allebei weg, ik had de afwas voor moeder gedaan en daarna ben ik in de makkelijke stoel gaan zitten met een boek. Ik was een beetje moe en viel in slaap, maar toen ik na een half uurtje weer wakker werd, zag ik op de klok dat het net kwart voor negen was, dus tijd om naar de Engelse radio te gaan luisteren.... maar ik was te slaperig om uit m'n stoel te komen en dacht bij me zelf: ach, laat ik het vanavond maar eens overslaan, je hoort toch niks dan narigheid op 't ogenblik.
Dus bij uitzondering kwam die radio niet aan en ik bleef doorlezen. Nou, dat is ons geluk geweest, want nauwelijks een kwartier later wordt er hard op de deur geklopt... Was 't meneer M.... [de buurman van 3 hoog] of ie even binnen kon komen, hij had me wat te vertellen en ik zag aan z'n gezicht dat ie nogal geschrokken was. ‘Heeft u vanavond naar de Engelse zender geluisterd?’, vroeg ie dringend. ‘Nee... toevallig niet, want ik zat te lezen en ik was in slaap gevallen. Hoezo?’ ‘Nou, dan bent u door 't oog van een naald gekropen’, zegt M., ‘want ze hebben in dit huis, zonder dat iemand er erg in had achter de deuren staan te luisteren en ik kwam daar achter doordat ik iemand, die bij me op bezoek was, uit liet.
Ik wilde het portaal-licht voor hem aandoen en tegelijkertijd keek ik over de trapleuning naar beneden en daar zie ik een vrouw bij u voor de deur en ze stond met haar hoofd stijf tegen het paneel gedrukt, kennelijk te luisteren naar wat daar binnen gebeurde.
Dat leek me nogal verdacht toe en ik kon niet nalaten naar beneden te roepen: bij wie moet u wezen... zoekt u iemand van de familie Van Rossum... want die zijn naar ik meen niet thuis.
Nou, die vrouw schrok blijkbaar van mijn stem en van het gerucht op het portaal en deed haastig een paar stappen terug, zodat ik haar nu helemaal goed te zien kreeg en toen wist ik ogenblikkelijk wie dat was.
't Was de vrouw van die Duitse SS-er, hierachter in de Maasstraat en er was geen twijfel aan mogelijk dat ze jullie had staan afluisteren of er ook naar de verboden zender geluisterd werd. Ik vroeg brutaalweg aan haar wat ze hier eigenlijk kwam doen en hoe ze binnen gekomen was. ‘O’, riep ze uit, ‘wat vreselijk dom van me... ik ben per ongeluk de verkeerde portiek ingegaan... ik moest bij mijn vriendin hiernaast zijn en ik dacht al: wat is het hier allemaal vreemd...!’ Daarna liep ze snel de trap af en verdween. Mijn bezoeker zei toen heel laconiek: ‘Gunst, die zelfde vrouw ging ruim een half uur geleden tegelijk met mij naar binnen!’ Dat mens heeft hier dus minstens een half uur lang op de trap gebivakkeerd... heeft u echt niet de radio aangehad meneer Van Rossum?’”
Maar vader kon gelukkig nogmaals bevestigen dat de radio geen ogenblik aan was geweest. „Nou, dan heeft u zeldzaam geluk gehad”, zo besloot de heer M. De smoes van de vrouw was dan ook wel erg doorzichtig en er kon geen sprake van zijn dat ze per ongeluk een verkeerd huis was binnen gegaan.

Het schoot me nu ook te binnen dat ik toen ik thuis kwam de beide vrouwen samen had zien praten in de portiek naast de onze en er kon dan ook geen twijfel over bestaan dat er sprake was van een komplot om ons aan de galg te brengen. “Laat het ons een waarschuwing zijn voor het vervolg”, zei vader, “we kunnen voortaan niet voorzichtig genoeg meer zijn! "

 

Jaap van Rossum - http://home.kpn.nl/javaros/

Omhoog

<< Terug naar de vorige pagina <<