Na al die jaren blijkt mijn gedroomde boek over Amsterdam, Zuidelijke Wandelweg,
nog steeds springlevend te zijn. Ik krijg regelmatig heel aardige post van lezers en
lezeressen, die er hun jeugd in het Zuid van de jaren vijftig/zestig en soms zelfs eerder
in terugvinden, en bepaalde boekhandels in Amsterdam-Zuid en Amstelveen hebben de tweede
druk of op voorraad of in bestelling. Er is in elk geval genoeg belangstelling, die
bovendien structureel wordt aangewakkerd door deze site, door Jos Wiersema om mijn roman
heen gebouwd en inmiddels uitgedijd tot een heus digitaal Zuid.
Hoe komt dit? Niet door mij, maar in de eerste plaats door het boek dat met zijn drie
tijdslagen (oorlog, wederopbouw en heden) en talloze met betekenis geladen en herkenbare
locaties het publiek kennelijk uitnodigt al bladerend aan de wandel te gaan. Ik wilde als
schrijver niet in de eerste plaats zoiets schrijven over de buurt van mijn jeugd, maar
vooral zoiets lezen. Alleen was ik voor ik er erg in had de eerste lezer van mijn eigen
verhaal Zo lopen die dingen soms.
Een verhaal waarmee ik me, in alle bescheidenheid en dankbaarheid, gelukkig mag prijzen,
want hoeveel romans verdwijnen een paar maanden na verschijning niet in het niets? Maar Zuidelijke
Wandelweg begint iets te krijgen van een kat met negen levens, misschien meer. Getuige
dit idee, dat Jos en ik vandaag, wandelend door Zuid, met een snijdende waterkou op onze
neuzen en onze handen, opvatten: Zuidelijke Wandelweg als kijk- en
luisterfeuilleton! Ja, we maken onze beste plannen altijd in de kou, misschien wel omdat
je je dan het beste kunt voorstellen hoe een lezer, kijker of luisteraar zich bij een
knappend haardvuur het verhaal in laat lokken.
Hoe dan ook, bij deze de eerste aflevering van de serie. Met
heel veel plezier gemaakt, want op deze manier hardop dromend op
straat vergeet je al snel je tranende ogen en je blauwe vingers.
Paul Gellings
27 december 2007
We beginnen bij het begin. Een droom
waarin zich het perspectief van de Maasstraat opent en Duitse
soldaten opmarcheren naar de Stichtstraat om de verteller van
zijn bed te lichten. Maar hij weet te ontsnappen en bevindt zich
ineens in de Vrijheidslaan, bij de arcaden vlak voor het
Victorieplein. De droom wordt afgesloten op de houten brug over
het Amstelkanaal met een blik op het einde van de Maasstraat en
de gevels die als vestingmuren over het water uitzien.
Het tweede fragment speelt zich goeddeels af op het schoolplein
in de Roerstraat. Herinneringen aan de Theodorusschool die de
verteller indertijd bezocht. En opnieuw een droom, aansluitend
op de scènes uit het eerste fragment: de verteller zit
vastgebonden op een stoel in de kerkers van de school en wordt
verhoord door twee obers in smoking, terwijl buiten, in de
Maasstraat, nog steeds soldatenlaarzen op de keien roffelen…
DEEL 1: fragment
1 en 2 voor het afspelen heeft u een FlashPlayer
nodig
Het tweede deel van het kijk- en luisterfeuilleton gebaseerd op
mijn boek Zuidelijke Wandelweg volgt het verhaal wederom op de
voet. Ik lees voor op locatie - óver de locatie. We beginnen
hoek Deurloostraat/ Volkerakstraat, waar we kennismaken met
Leonard Grünewald, het aandoenlijke jeugdvriendje van de
verteller, en het vreemde gezin waar Leonard een deel van is.
Daarna kijken we nog dieper in de herinneringen van de
verteller, zijn fantasieën over de Rivierenbuurt, zijn
innerlijke dwaaltochten. Een sigarenwinkel in de Maasstraat.
Kamers en suite vol pijn, geheim en ook vervlogen tijd. We
meanderen van de Churchill-laan via Maas- en Deurloostraat naar
de Zomerdijk- en Uiterwaardenstraat. In het verschiet ten slotte
zindert het wederopbouwbuurtje achter de Kennedylaan, waar de
vertellers wortels liggen en waar hijzelf feitelijk nooit is
weggegaan.
DEEL 2: fragment
3, 4 en 5 voor het afspelen heeft u een FlashPlayer
nodig
Deze episode van ons feuilleton is een en al
wandeling, misschien zelfs wel de belangrijkste dwaaltocht uit
het boek. Het is de neerslag van een aantal wandelingen die ik
in 1995 en 1996 maakte, vermengd met de indrukken die het toen
pas ontdekte filmpje van Anne Frank hangend uit haar raam en de
documentaire
Het gelijk van Berlagevan Jan Wiegel
bij mij hadden achtergelaten. In deze fragmenten, zo durf
ik rustig te stellen, liggen de kiemen waaraan later de hele
roman is ontsproten.
Vandaag, bij het voorlezen op locatie, kwam alles van die lang
vervlogen omzwervingen weer terug: de stilte van de straten met
alleen het ruisen van de bomen, het arcadische en idyllische
Merwedeplein, de bejaarde, zich in raadselen hullende mevrouw
bij het poortje tussen Rooseveltlaan en Roerstraat, de erkers
van de Lekstraat met uitzicht op een bijna vergeten
verzamelplaats van bepakte en bezakte joodse buurtbewoners. Maar
meer dan mijn eigen herinneringen, die pas in 1953 aanvangen,
was het dit keer het geheugen van de buurt dat opspeelde, het
tijdloze drama van nog altijd niet uitgewiste misdaden in een
fraai decor vol hoogstaande architectuur, dat eigenlijk voor
geluk bedoeld was en nog steeds is.
DEEL 3: fragment
6, 7 en 8 voor het afspelen heeft u een FlashPlayer
nodig
Het ‘andere’
Zuid – Beethoven- Apollo- en Stadionbuurt – fascineerde mij als
kind al enorm. Ik speelde er uit en tegelijk thuis. Ik herkende
er alles – die straat leek op de Maasstraat, die op de
Dintelstraat, het Stadionplein was de (oudere) tweelingbroer van
het Europaplein – en toch, nee toch was het mijn buurt niet: ik
kende er niemand en niemand kende mij. Het was de vergrote en
vervreemdende droom van de Rivierenbuurt waar alles één schaal
kleiner is, maar ook stukken levendiger, dorps in de goede zin
van het woord.
In die vroege jaren had je overigens nog niet de indeling van
nu: het uitgestrekte gebied van groene lanen en pleinen, licht
gebogen zijstraten, glanzende tramrails, schemerige
plantsoentjes en donkere poortjes, dat zich uitstrekte van de
Berlagebrug tot aan het Olympiaplein, heette Nieuw-Zuid (na
eerst Plan Zuid geheten te hebben). Oud-Zuid was het duistere
deel benoorden het Amstelkanaal, waar de Pijp toentertijd alleen
de Pijp heette in de volksmond. Hoe dan ook, Nieuw-Zuid was nog
één geheel.
En toch begon voorbij het Muzenplein, aan de andere kant van de
Haringvlietstraat, een nieuwe wereld. Dat merkten mijn moeder en
ik wanneer we op de Munt heel ongeduldig in lijn 24 stapten, in
plaats van lijn 25 of lijn 4 af te wachten. De Beethovenstraat
was bijvoorbeeld heel wat anders dan de Scheldestraat en de
Apollolaan een wonderlijke, stille Churchill-laan. Daarbij was
het nog een flink eind lopen naar de Stichtstraat waar wij in
die jaren woonden. Gelukkig hield mijn moeder van de
Beethovenstraat met al haar mooie winkels en was het voor mij
ook geen straf me daar te laten overweldigen door de
grootsteedse allure van dat deel van Amsterdam. De lange
voettocht terug vond ik wat minder…
Maar goed, ik heb dus iets met dat andere Zuid, dat net als de
Rivierenbuurt nog littekens van de vorige eeuw vertoont en
daarnaast ook een episode belichaamt van mijn eigen bescheiden
geschiedenis. Daarom heb ik er over geschreven in Zuidelijke
Wandelweg (en in Zomer in Zuid, het in de nazomer van 2009 te
verschijnen vervolg) en daarom heb ik er op deze goudomrande
herfstdag voor de camera van Jos het een en ander voorgelezen.
Ik wens iedereen er veel kijk- luister- en wandelplezier mee!
DEEL 4: fragment
9, 10 en 11 voor het afspelen heeft u een FlashPlayer
nodig
Het slot van het verhaal is
natuurlijk niet het einde, want er komt, zoals inmiddels bekend,
een vervolg op Zuidelijke Wandelweg, getiteld Zomer in
Zuid. Maar aan dit feuilleton moest eens een einde komen. We
waren bijna door de meest voorlezenswaardige stukken uit het
boek heen en de hele roman voorlezen is sowieso nooit een optie
geweest. Sommige wandelingen maak je als lezer nu eenmaal het
beste zelf thuis, onder de leeslamp, zonder een schrijver die je
bij de hand neemt en meevoert naar de locaties in zijn werk.
Het leek me voor deze afsluiting hoe dan ook mooi stil te staan
bij het Amstelstation, zowel in Zuidelijke Wandelweg als
in de bestaande werkelijkheid een belangrijke toegangspoort tot
de Rivierenbuurt. Het geeft je ook een idee van het station –
met plein en al – dat er, aan de andere kant van Amsterdam-Zuid,
op de kop van de Minervalaan, jammer genoeg nooit is gekomen;
crisistijd en oorlog eisten hun tol en daarna was alles
anders...
Een andere onontkoombare locatie in deze laatste episode was het
Victorieplein omdat je daar openingen of liever, verdwijnpunten
hebt naar zo’n beetje de hele Rivierenbuurt, die straten en
lanen met hun grote verleden. Het slothoofdstuk van het boek
laat daar evenmin een misverstand over bestaan: vanaf het
Victorieplein immers waaieren de gedachten van de verteller nog
één keer uit over zijn geliefde Zuid, de buurt waar hij
eigenlijk nooit is weggegaan.
Nog steeds niet.
DEEL 5: fragment
12, 13 en 14 voor het afspelen heeft u een FlashPlayer
nodig