Ook van deze auteur zijn/is:

296 - Anno Toen (6)

Onze huiseigenaar was de firma Aten & Vlaswinkel, die bezaten meerdere huizen in de omgeving. Reden waarom ze een timmerman hadden lopen voor de soms nodige kleine klusjes. Bij dat kleinere werk beoordeelde hij zelf wat direct moest gebeuren, wat moest worden overlegd met Aten of Vlaswinkel (ze boden toen al keuze menu) en wat hij er zo maar even tussendoor deed.
Dat laatste was een kwestie van goodwill of van versieren. Daar had mijn moeder een aan geboren talent voor.

Toegegeven, ze had jaren als souschef in de Bijenkorf zowel in Amsterdam als in Den Haag gewerkt en daar had ze o.m. enkele commerciële houdgrepen geleerd, maar zij wist daar nog iets aan toe te voegen.
Timmerman Jan was waarschijnlijk Jordanees, want hij kon goed zingen. Ik spreek uit ervaring: alle goede zangers in de voetbalkleedkamers later en ook in militaire dienst die ik kende waren Jordanees. Tante Leen, Johnny,Willy kent u zelf wel.

Moeder vroeg Jan tijdens het kluswerk wat te zingen en een schlager uit die tijd is me bijgebleven: “Mag ik van U een foto…” Jan zong “Mag ik van uw een foto”. Ja echte artiesten voegen vaak iets extra’s aan hun creatie toe.
Zolang Jan zong en koffie kreeg (om te smeren) was hij tot klussen bereid.
Zelf waren noch Aten noch Vlaswinkel erg bereidwillig hoewel mijn ouders er ik meen dik 30 jaar woonden.

Klein sommetje: huur per jaar gemiddeld 420 gulden, dat 30 jaar maakt 12.600 gulden After all was die Jan een verduveld dure zanger.

Over entertainment gesproken: het verdere muzikale amusement moest in die jaren van de radiodistributie komen. Via een contactdoos in de wand sloot je de luidspreker aan. Klinkt gewichtig maar je stak alleen maar de stekker er in. Een schakelaar die op-de-plaats rust op – stond zette je op 1 of 2 en retteketet: “ Hallo hier Hilversum,hier is de Vara,,hier is de omroep van he t vrije woord”.. of (met een ander lied) de AVRO of KRO. Dat verdeeld over twee zenders meen ik. Dat alles voor weinig geld per maand (neem ik aan) en géén storing.

Natuurlijk waren er ook hobbyisten die al een “echt” toestel hadden of (nog erger) dat zelf in elkaar geknutseld hadden. Je had speciale zaken (ik herinner me Aurora) waar je alle onderdelen kon kopen. Die dingen waren storing gevoelig, de ene golflengte meer dan de ander herinner ik me.
Bovendien moest je de stations “uitregelen”. Het begon met een hoge gil,
die werd steeds lager en viel even weg. Bingo, daar moest je zijn. Draaide je verder dan begon de gil wee, nu van laag naar hoog. De Mexicaanse hond noemde men dat, meen ik.
Neem maar liever een echte vubara (vullisbakkenras).

Bij mijn opleiding tot radiotelegrafist, (ja, Jack of all trades and master of none) direkt na de bevrijding in militaire dienst leerde ik de naam van dat punt: the zero beat.
Ik geef het u maar even mee.

Ben Okker - juni 2014 -  Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

You have no rights to post comments