230 - Beatrixpark II
Beatrixpark – Irenepark Al eerder ingezonden herinneringen aan het Beatrix – Irenepark deden ook bij mij een belletje rinkelen. Geboren in het voorjaar van 1946, werd ik in de volgende winter geïntroduceerd in het park. Althans, volgens de bijgaande foto’s uit het familie album. Het park en ik zullen toen weinig indruk op elkaar gemaakt hebben, ik herinner het me in elk geval niet. Mijn herinneringen aan de spartelvijver met bronzen beeldengroep en de gigantische zandbak met stenen rand waarop je heel fijn met je dinky toys kon spelen, zijn wel erg levendig, maar dateren uit de jaren vijftig. Volgens mij kwam je die spartelvijver het eerst tegen als van het Scheldeplein naar het park liep, daarachter (or er naast) lag de zandbak. Verder heb ik nog herinneringen aan een soort zuilengalerij met afdak van grijze steen, maar waar die zich precies bevond, weet ik niet meer. En … er was een kraantje van de Gemeente Waterleiding, waarvan het straaltje omhoog spoot, zodat je kon drinken. Vanuit de Dintelstraat, waar wij woonden, lag het park, dat in de volksmond het Irenepark heette, achter een grote kale vlakte van zand begroeid met onkruid. (foto’s Scheldestraat (Europaplein 1946) Deze vlakte werd ‘het Land’ genoemd. Het liep van de Scheldestraat, pardon, Europaplein, tot de Boerenwetering en van de Wielingenstraat tot bijna aan de Zuidelijke Wandelweg. Het Land betekende een enorme uitbreiding van ons speelterritorium. Niet dat we last hadden van geparkeerde auto’s, want die waren er eerst nog niet. Maar goed, het Land dus, toneel van allerlei spelletjes en kattekwaad, want, o groot voordeel, er was geen ouderlijk toezicht. Wel kreeg ik van mijn moeder altijd de waarschuwing mee, niet te ver naar achter op het Land te gaan, want daar waren ‘boze mannen en vrouwen’. Pas later begreep ik dat deze waarschuwing betekende, dat we op moesten passen voor wat we nu pedofielen noemen! Ook was er achteraan bij de Boerenwetering een soort moeras, waar je maar beter niet kon komen. Er was trouwens voor het moeras een soort heuvel die de vuilnisbelt genoemd werd. Voor ons geen beletsel om als er sneeuw lag met de slee er van af te scheuren, zo hoog was de belt dus wel. Met de kleuterschool gingen we ook wel op het Land spelen., maar dat weet ik alleen nog, doordat er foto’s gemaakt zijn. Later, veel later, stond er ter hoogte van het Weeshuis een houten noodschooltje waar ik in 1956 de 4e klas heb doorgebracht. Het was een houten gebouwtje met twee lokalen en een gangetje in het midden waar je moest staan als je de klas werd uitgestuurd. Zo’n houten noodgebouw maakte toen al op mij als 10-jarige een armoedige indruk. Maar ja, de babyboomers moesten onderdak en kennelijk was er in het hoofdgebouw in de Uiterwaardenstraat, de Bugenhagenschool, geen plaats voor de 4e en 6e klas. Wij kregen les van juffrouw Bavinck en samen met Hans Vegter heb ik toen een voorschotje genomen op het samenwerkend leren. Bij rekenen maakte hij de even rijtjes en ik de oneven en wisselden we dan onderhands de resultaten uit. Vlak naast de noodschool bleef na het bezoek van een circus op het Land een grote, aangestampte piste liggen, die wij gebruikten voor capriolen op de fiets. In verband met dit circus dringt de naam Franz Althoff zich bij mij op. Die naam komt volgens mij van de grote affiches op de schuttingen die toen om Grafische School in de Dintelstraat stonden. Die school kreeg een extra verdieping er bovenop. Maar of het ook werkelijk dat circus was….. In het eigenlijke Beatrixpark kwamen we eigenlijk niet, want dat lag te ver weg, achter de Boerenwetering. Ook aan het Land grenzend op het Westerscheldeplein, was het eindpunt van lijn 4, met lus, wachthuis en rangeersporen langs een deel van de Scheldestraat. Daar stapten we op om naar de centrale sportdagen van Amsterdam te gaan op het sportpark Velserweg. Ook werden daar ’s zomers kinderen aan gevoerd met de tram. Die kinderen werden dan binnen een soort omheining van traliewerk gebracht en zagen er niet blij uit. Het was de vakantieschool en wij hadden diep medelijden met die kinderen die toch naar school moesten in de vakantie. Misschien viel het best mee en was het er gezellig en leuk, maar later hoorde ik dat je er melk met vellen te drinken kreeg…………. Brrrrr. Het Land is begin jaren 60 onder de RAI verdwenen. De nieuwe RAI, zoals wij zeiden, want de oude RAI was er ook nog. Maar dat is een ander verhaal. Arend Meijer, van 1946 tot 1969 gewoond in de Dintelstraat 53 2 hoog. |
Reacties
Louis
Wat leuk dat je reageert en de verhalen interessant vindt. Ik hoop dat er wat leuke jeugdherinnerin gen boven komen. Het zoekspelletje is waarschijnlijk 'verstoppertje'
Met vriendelijke groet
Arend Meijer