Inzender John Hendriks:
E-mail: j.e.hendriks@home.nl Ik ben geboren op 8 juli 1937 in het Wilhelminagasthuis.
Wij woonden destijds in de Uiterwaardenstraat 70/3 en zijn in 1942 verhuisd naar de
Niersstraat 22/1.
Daar, en in directe omgeving, heb ik mijn jeugd doorgebracht. Een deel uiteraard in
de oorlog, en tot mijn huwelijk in 1963, bij mijn ouders. Aangezien ik nu dus 66 jaar ben
is het even spitten in mijn geheugen, maar met enige moeite komen namen van vriendjes naar
boven zoals Freddie Heere, Harrie Bakker en Remco Hamel, allen dus wonend in de
Niersstraat.
Op school gegaan op de Bugenhagenschool in de
Uiterwaardenstraat met als hoofd de Heer Kijlstra, een man met een bult.
De bijgevoegde klassenfoto is volgens mij uit 1945, aangezien we niet eerder naar
school konden omdat de Duitsers de gebouwen bezet hielden.
We voetbalden op het terrein waar nu de flats staan op de Rivierenlaan. Dat was
destijds een vlakte met op de achtergrond het Mirandabad, (zie de foto van het
wereldelftal met namen als Paul Horn, Fred Gevers en Carel Cluen). Nooit van gehoord? Ik
na de schooltijd ook niet meer.
Het Mirandabad dus waar ik mijn eerste zwemlessen kreeg. Als
je als kind een oorlog meemaakt zijn er natuurlijk herinneringen zoals een razzia in de
Maasstraat waar iedereen die op de fiets was het voertuig diende in te leveren. Een man
die dacht te ontkomen en onze straat invluchtte werd voor onze deur midden op straat met
enige welgemikte schoten door de moffen alsnog van zijn fiets en zijn leven beroofd.
Op de dag dat ik 5 jaar werd, dat besefte ik toen natuurlijk
nog niet, verhuisde Anne Frank van het Merwedeplein naar het Achterhuis.
Dierbare herinneringen?
Een vader die steeds moest onderduiken, omdat hij de leeftijd had om in Duitsland
te werken, en het steeds ontvluchtte, op strooptocht ging met een tante van me. Langs de
boeren in Noord-Holland met al het linnen en beddengoed uit de kast van mijn moeder om te
ruilen tegen etenswaar en thuis kwam met een half varken wat hij zelf had moeten slachten
(de beste man sloeg nog geen vlieg dood) en een reep chocolade die hij bij thuiskomst
midden in de nacht naast mijn kussen in mijn bed lag.
En dan het einde van die oorlog: alles wat buit gemaakt was
werd uitgestald op het terrein van het Scheldeplein, daar waar nu de nieuwe RAI staat.
Kanonnen, zoeklichten en al dat oorlogstuig.
Later werd het terrein gebruikt voor het BIO vakantieoord waar alle zielige
kinderen (toen in mijn ogen) een tijdje mochten spelen en werden bijgevoerd.
Wij liepen over de niet meer gebruikte spoorlijn (kooltjes zoekend) naar boer
Strikker die via de Boerenwetering dagelijks zijn verse waar van het land via een
waterlift (bij het weeshuis) naar de veiling bracht.
De latere Anne Frankschool in onze straat, waar we steeds
werden weg gestuurd, omdat we tegen de muren liepen te voetballen.
De IJssalon "de Oase" in de Geul- of was het de Geleenstraat?
De Molenbeekstraat waar mijn vriend Jos Geel woonde die altijd zo'n ontzettend last
van zijn astma had en regelmatig naar Zwitserland werd uit gezonden.
Toen zat er ook in de Molenbeekstraat in een benedenwoning een schoenmaker, God
hebbe zijn ziel, die bereid was om mijn, meestal nieuwe, schoenen voor thuiskomst te
repareren omdat ik tijdens één van onze "voetbaltoernooien" de eerste de
beste dag de zolen er onderuit trapte.
Op de andere hoek zat (ook in een woonhuis) een kapper (Premsela??) waar ik
regelmatig naar toe werd gestuurd. En dan de drogist in de Maasstraat, tegenover bakkerij
Tjomsma (wat een heerlijke bolletjes) waar je voor weinig een zakje salmiak kon kopen, de
Albert Hein op de ene hoek en De Gruijter (Piet de dief) op de andere hoek van de
Maasstraat.
In de Niersstraat op de hoek van de Molenbeekstraat was toen één bedrijf
gevestigd, het garagebedrijf van de familie Koster. Eén van de zoons is later in het
Gooi eenzelfde bedrijf begonnen (BMW) en redelijk beroemd geworden als
autocoureur of crosser.
De enige "beroemdheid" die ik me van mijn klas en
lagere school herinner is Co Rentmeester, later vertrokken naar Amerika en één van de
beroemdste internationale fotografen geworden. (zie zijn website).
De kleinste foto is genomen door mijn moeder (mooie
schaduw) in het Beatrixpark met het pierebadje. Het Beatrixpark waar ik 's zondags met
mijn vader door liep om via de Goudkust naar het Olympisch Stadion te gaan waar om de
veertien dagen mijn idolen van Blauw-Wit speelden.
De eerste Surinamer: Erwin Sparendam was een sensatie.
En toen ik later na schooltijd en diensttijd bij Hare Majesteits Marine, werkend
bij Sporthuis Centrum op de hoek van de Overtoom en de Nassaukade, kennis maakte met een
donders leuk verkoopstertje, geboren en getogen in Spangen Rotterdam, tijdelijk wonend op
het Merwedeplein, aan de zijde waar Anne Frank ooit woonde en Mary Dresselhuijs toen nog
woonde met in het Deltastraatje naar de wolkenkrabber het huis van Heintje Davids,
(Januari 2004 ben ik 41 jaar met haar getrouwd) een hele grote schoonfamilie erbij kreeg
van allemaal Spartanen en in verband met mijn werk naar Rotterdam verhuisde, was mijn
Amsterdamse periode geschiedenis.
Maar ook nu na zoveel jaar, wonend in Brabant, zeggen mijn
vrienden en kennissen : gij komt nie hier vandaon zulle, ge komt zekers oet
Amsterdam ? Ja, Ik ben Amsterdammer en ben er nog steeds trots
op.
John Hendriks, 2 januari 2004.
Deze digitale gedenksteen is voor
het gezin Vos van
Niersstraat 22/1, mijn later ouderlijk huis.
Gegevensbron: www.joodsmonument.nl
|