Gedichten "De film toen" & "Het beeld nu" van Karel N.L. Grazell . . . .

naar index Karel N.L. Grazell

Terug naar de vorige pagina <<
 

 

Van Karel N.L. Grazell
 

opgedragen aan G.J. Jimmink,
die het initiatief nam tot het
monument voor Anne Frank
(door Jet Schepp) op het
Amsterdamse Merwedeplein.

zie ook deze pagina >>

 

 

de film toen

hoeveel hoop kan een mens bezitten?
ze kijkt uit het venster van haar dagen,
het zonlicht bruidswit over het plein.
hoe zal haar toekomst worden? de jaren
zullen haar vriendinnen zijn. eerst zal
ze zingen, bikkelen, en touwtjespringen,
in-spring-de-bocht-gaat-in de wereld
tot haar nemen, en dan als het bruidswit
zonlicht stralen, wellicht zelfs later een
rivier van roem door stad en land doen
stromen: de wolkenkrabbers zullen gaan
juichen van hun daken, de zeeën ruisen
als een applaus. ach, hoeveel hoop mag?
ze kijkt uit het venster van haar dagen:
zijn haar vriendinnen al op het plein? ik
kom, roept ze naar haar leven, en speelt
zich ‘n pleinkleine oase van onschuld in.

het beeld nu

ze staat: in oneindig lang een ogenblik
neemt ze in het brons haar afscheid van
haar bruidswitte toekomst, verbergt zich
in een achterhuis nog van het leven, van
onzeker, van bang, van terzijde en van
toch geloven in de goedheid van de mens.

hoeveel hoop kan een mens bezitten?

en tenslotte doodt het kamp haar. maar:
de wolkenkrabbers lezen nu haar dagboek,
de hutten van armoe bewonen haar woorden,
de winkels van welvaart beleven haar taal.
en de zeeën huilen haar sterven, haar dood.

want hoop duurt langer dan ‘n leven lang.



Amsterdam 8.7.05
Karel N.L. Grazell
- Stadsdeeldichter ZuiderAmstel

<< terug naar index Karel N.L. Grazell