Gedicht: Zuidas
Zuidas Paul Gellings |
Wagens worden steeds weer afgevuurd, een voor een hier op de A10 een trein boort zich gevuld met onbekenden door de schemering hij staat niet op zich ook treinen gaan heen en weer waarom ziet niemand zo zijn de feiten de wereld draait zelfstandig wij, slechts radertjes of vuurvliegjes voor vensters in huizenblokken aan weidse pleinen |