Stadsgedicht uit Zuid 34: Voor aan de wand bij m’n kapper de Reus

 

Hij nam de kam en liet de schaar
glippen en knippen door het haar.
Toen hij kam en schaar weer opborg,
zat de geknipte zonder kopzorg.
 
Karel N.L. Grazell
Amsterdams stadsdichter uit Zuid

You have no rights to post comments